Dinsdag is het eindelijk zover, de Amerikaanse presidentverkiezingen. Het wordt tijd want ik begin er ziek van te worden. Niet van Gore en Bush zelf overigens. Ik vind dat die nog wel meevallen. Ik wordt zo ont-zet-tend moe van de reclames op TV, je ziet niets anders. En het zijn geeneens reclames van Bush en Gore zelf!
Hoe werkt het dan? Als je een beetje geld hebt en je wilt graag dat een kandidaat wint, dan maak je zelf een spotje voor hem. Je kunt roepen wat je maar wil (freedom of speech) en de kandidaat zegt gewoon “ik kan er niets aan doen, het is mijn spotje niet”. Je ziet dan ook de meest waanzinnige dingen. Geen wonder dat de gemiddelde Amerikaan z’n buik vol van politiek heeft.
Ze noemen dit dus “the special interest groups” en iedereen vind dat er wat aan gedaan moet worden. Maar er zijn een paar principes waar elke Amerikaan niet vanaf te krijgen is. Recht op vrije meningsuiting (maakt niet uit wat je roept), recht op het dragen van een wapen (maakt niet uit hoeveel kinderen er per sterven omdat ze met Pa’s geweer aan het spelen waren) en de doodstraf (maakt niet uit dat de armste van de armsten die zich geen advocaat kunnen veroorloven al bij voorbaat geen kans hebben). Principes zijn enge dingen en er zal voorlopig wel niets veranderen.
Zaterdag moesten onze Grizzlies basketballes tegen de LA Lakers en daar moesten we natuurlijk heen. Shaquille o’Neil is de grootste kerel die ik ooit heb gezien. Ze moet het zien om het te geloven hoe groot hij is. Ik zat op rij 23 en hij stak nog twee koppen boven me uit. Kobi Briant is een springveer. Als hij springt blijft hij minsten 30 seconden in de lucht. Hij gooide er dan ook de ene na de andere dunk uit. Onze arme beren hadden geen schijn van kans, al gaven ze wel leuk tegenspel. Het werd 98-89, hebben ze ze toch onder de 100 punten gehouden en dat is knap.
Ik heb nu ook door wat ze bij het voetbal (en vooral bij Ajax) aan het proberen zijn en ook waarom het geen kans van slagen heeft. Om te beginnen is de sfeer bij een Amerikaanse sport heel anders als bij voetbal. Het is een familiegebeuren. Naast me zat een gozer met een baby die nog geen jaar oud was. Overal zie je kinderen rennen, het is net een speeltuin. Niemand blijft ook zitten tijdens de wedstrijd. Er wordt vrolijk heen en weer gelopen, eten en drinken gehaald enzovoort.
Voetbal is heel anders. Voetbal is een gevoel en het publiek is veel emotioneler. Niemand zal er hier van balen als de Grizzlies verliezen. Misschien als het de finale is of zo maar tijdens het seizoen is er niets aan de hand. Er zaten ook bijna net zo veel fans van de Lakers op de tribune als van de Grizzlies. Die zijn overigens niet vanuit LA met een combiekaart naar Vancouver komen reizen. Naar uitwedstrijden gaat niemand (beetje ver over het algemeen). Het zijn de fans die toevallig in de buurt wonen en ze zitten gewoon tussen de rest, niets aan de hand. Er zijn uiteraard ook geen hekken, politie, honden of wat dan ook. Ben je gek, we zijn een dagje uit.
Goed, met dat in het achterhoofd is een mascotte heel leuk. Er loopt de hele middag een (voor mij) irritante beer door de tribune heen te sjouwen. Bij moeder op schoot zitten, op de foto met de kinderen. Prachtig! Tijdens de meeste van de 10.841 time outs holt hij het veld op, dunkt basketballen met behulp van een trampoline. Rijdt rondjes op een fiets, schiet T-shirts met een kanon het publiek in en ga maar door.
Ook cheerleaders zijn dan leuk. Beetje zwaaien aan de zijlijn en tijdens een time out het veld in (als de beer effe weg is) en rondspringen. Ze zijn gemiddeld 12 dus de het is ook smullen voor de pedo’s. Tijdens de wedstrijd klinkt er non-stop muziek. Als Vancouver in de aanval is het opbeurende muziek en als de tegenpartij in de aanval is hoor je een klok tikken of een scheufelnummer. Als iemand van de tegenpartij scoort fluisterd de luidspeaker de naam (o’neal), als Vancouver scoort buldered hij de naam en rolt alle R-ren en andere letters (Miiiiiiiiiiichaeeeeeeeeeeeeeeel B-B-B-B-B-B-B-B-B-B-Biiiiiiiiib-b-b-b-b-b-b–bieieieieieieieieiei). Maakt niet uit dat het 62-40 voor de tegenpartij is.
Het werkt, iedereen heeft het naar z’n zin, inclusief mezelf. Je moet het gewoon niet met voetbal vergelijken. Dat gevoel erf je en ik weet zeker dat NIET EEN Noord Amerikaan ook maar een flauw idee heeft hoe het voelt. Omdat het er hier dus allemaal vrij relaxt aan toe gaat moet je dus niet gaan denken dat je met een mascotte, cheerleaders en muziek voetbalpubliek om kan toveren tot Noord Amerikaans sportpubliek. Dat kan niet, dat mag niet en zal nooit gebeuren. Ook wij hebben onze principes!
De herfst is gearriveerd. De herfst is mijn favoriete tijd van het jaar. De herfst is ook altijd een tijd van verandering voor me. Ik emigreerde in de herfst, ik verwisselde 3 keer van baan in de herfst en elke keer dat ik verhuisde was in de herfst. In de herfst komt altijd weer het “revue gevoel” naar boven. Koud buiten en lopen naar het dorpshuis. Binnen warm en eerst een kopje koffie, dan make-up, voor aanvang gauw een biertje voor de zenuwen. Na afloop gezellig nog een biertje of wat en en s’nachts weer door de jou naar huis naar huis.
Sheri en ik zijn vandaag naar Amadeus geweest. Niet de film maar een toneelstuk. Het speelde in een theater hier vlakbij. Mooi theater trouwens. Ik denk een capaciteit van rond de 600/700. Er werd heel goed gespeeld en ik heb genoten. Ik moest wel een paar keer denken aan de revue, of tot wat het nu tot gedegradeerd is, die nu dus gespeeld wordt in Kudelstaart. En natuurlijk ook aan iedereen bij de toneelvereniging. Een groep mensen waarmee ik zo’n beetje mee opgegroeid ben.
Tot nu toe is het weer hier ook fantastisch geweest. Oktober betekend regen hier. Voor degene die “Sleapless in Seattle” hebben gezien kunnen zich misschien herinneren dat het in Seattle het meest regent in heel America. Seattle is 200 km ten zuiden van Vancouver en het regent hier meer als daar. Omdat we helemaal omgeven zijn met hoge bergen blijven alle wolken die vanaf de stille oceaan komen overwaaien hier vrolijk hangen.
Maar zoals gezegt, het viel mee in Oktober. En alle bomen zijn goudgeel gekleurt en de eekhoorns zijn de hele dag druk bezig met hun wintervoorraad. Ten minste, als ze het niet op een lopen moeten zetten omdat Pele wel trek heeft in een stukje eekhoorn. Een straat (block) van ons vandaan is een groot veld en er is altijd wel iets te beleven. Voetbal, rugby, of een groep die een hondentraining aan het doen is. Om het veld heen staan kastanjebomen. Als je over het veld kijkt zie je een gouden strook en erbovenuit toornen de bergen in het noorden. Een fantastisch mooi gezicht.
Naast het grasveld is een groot “community center”, met een zwembad, een ijshockey ring, gymzaal enz. We zijn er nog niet binnen geweest want de dag dat we hierheen verhuisden was de dag dat de gemeentewerken begonnen aan hun staking. En ze staken nog steeds. De vuilnis wordt ook niet opgehaald dus da’s wel prettig. Canada staat in de VS bekent als een superschoon land. Dat klopt ook maar het begint nu wel een vies zooitje worden. We zijn nu zo’n beetje net als Amsterdam, na een maand. Dus je kan je wel voorstellen hoe het hier normaal is; Disneyland.
De VS is trouwens niet het enige land met een verkiezing voor de deur. De prime minister hier heeft ook een verkiezing uitgeroepen. Omdat we hier volgens het Engelse systeem werken regeert een partij hier maximaal 5 jaar. De prime minster roept een verkiezing uit wanneer hij wil in die tijd. Onze prime minster ligt mijlenver voor op de oppositie die net een nieuwe partij gevormt heeft, samengesteld uit een aantal kleinere partijen. Dat ging natuurlijk niet zonder slag of stoot. De prime minister en z’n partij zien nu dus hun kans waar. Persoonlijk vind het het maar raar dat het zo werkt. De huidige regering zit net drie jaar en als je het dus een beetje gunstig uitkient kun je zo lang regeren.
Voor de internet kenners is er hier ook nog iets interessants aan de gang. De .ca (Canada) adressen werden tot op heden alleen uitgeven aan bedrijven en instellingen met locaties door heel Canada. Als je bv alleen in British Columbia gevestigd was kon je alleen een .bc.ca hebben. Je kon ook maar een domain per bedrijf hebben. Die regels gaan per 1 november overboord. Je kunt dus inschrijven op alles wat je je maar voor kunt stellen. Daar kon je vorige week mee beginnen en op 1 November gaan ze met een loterij beslissen wie wat krijgt. Ik heb voor ons bedrijf iets van 200 namen voorgereserveerd (en ook nog wat voor mezelf uiteraard). Het is tot nu toe een grote chaos. Server die overbelast zijn. Credit card transacties die niet doorkomen. Orders die kwijtraken en ga zo maar door. Het was dus een frustrerend weekje voor me maar ik geloof dat al m’n namen gereserveerd zijn.
Morgen heb ik aan ATV dag en komen ze m’n ADSL instaleren. En dinsdag is het Halloween, maar daarover volgende week meer.
Er is een hoop gebeurd sinds de laatste week. We zijn verhuist, de olympische spelen en oud prime minister Pierre Trudeaut is overleden.
We wonen nu dus in Vancouver. De verhuizing was een fluitje van een cent. Op donderdag kwam er iemand alles inpakken, op vrijdag werd alles in een vrachtwagen geladen en op Maandag kwamen ze alles afleveren. We hadden op zaterdag schoonmakers in het oude huis dus we hoefden niets schoon te maken. We dachten dus dat we de borg zeker terug zouden krijgen. Fout gedacht dus. Onze huisbaas vond dat het hele huis naar kattenpis stonk. Behoorlijk overdreven vond ik maar hij hield vol dat het zo was en hij had zelfs al een groot gedeelte van de vloerbedekking weggehaald omdat het “zeiknat was van de pis”. Zeiknat van de tapijtschoonmaker maar er was niet met meneer te praten.
Het ging om 450 dollar dus ik vond het wel de moeite om er werk van te maken. Hij zei dat hij wel iemand zou laten komen om het eruit te krijgen. Hij zou me wel laten weten hoeveel het was en als er nog geld over was zou hij wel een cheque opsturen. Ik wist al dat hij het huis had verkocht dus het was me wel duidelijk wat er aan de hand was. Meneer dacht even snel 450 dollar te verdienen. Wij gingen toch naar Vancouver.
Toen ik weer naar het huis ging om de laatste spullen op te halen nam ik dus vriend/partner Paul mee. Hij werk voor een tapijtgroothandel dus hij heeft verstand van zaken. Daar had grote vriend Ken dus niet op gerekend. Paul rook niets maar als hij per se het stuk wilde vervangen kon Paul dat wel regelen. Ken had dus wel door dat het feest niet door ging. Hij zei dat hij nog een dag of twee, drie zou afwachten of “de stank wegtrok nu het schoongemaakt was”.
Drie dagen later belde ik hem dus en hij zei dat het nog steeds stonk. Ik zei dus goed, ik laat Paul wel langskomen om het te regelen. Daar had hij weinig zin in. Hij zei, “ik geef je wel de helft van de borg terug”. Ik heb het toen maar op $100 afgemaakt. Paul zei dat het ongeveer $150 zou kosten om het te vervangen. Ik kan net nog steeds niet uitstaan dat die lul nu 100 dollar van me heeft gestolen maar ik hoef er in ieder geval niet meer over in te zitten.
De dagen dat we zonder huis en spullen zaten hebben we bij Sheri’s ouders gelogeerd met de katten. Die vonden het maar niks natuurlijk maar ik had het best naar m’n zin. Sheri was met haar vriendinnen aan het stappen en ik heb haar ouders mee uit eten genomen. Thuis gekomen namen we er nog een paar en toen Sheri thuiskwam waren we alledrie dronken en we hadden reuzelol.
Die lol was er gelijk af toen ze ons nieuwe huis binnenstapten. De vorige bewoner was zo vriendelijk geweest het huis niet schoon te maken. Ik denk zelf dat hij nooit schoongemaakt heeft. Het was dus nogal vies en smerig. En dat voor maar $900 per maand, hetzelfde als wat we voor ons huis in Victoria betaalden, wat een paleis was vergeleken met het huis wat we nu hebben. Sheri dus in de stress en de nieuwe huisbaas, een 65 jaar oude vrijgezel met een huis dat nog smeriger is dan de onze vond het allemaal wel meevallen.
Toen Pa en Moe weg waren ben ik dus maar naar de dichtstbijzijnde “Safeway” gereden en een heel arsenaal schoonmaakmiddelen gekocht. Na een uur of wat schoonmaken rook het een stuk frisser. En toen de meubels de volgende dag kwamen en het huis was ingericht zal het er ineens heel anders uit. Gezellig zelfs. Omdat het een oud huis is heeft het veel karakter en daar houden we wel van. Sheri heeft nog wel haar handen vol aan de grote schoonmaak maar goed, het is nu eenmaal niet anders en we hoefden het oude huis niet schoon te maken.
De olympische spelen was nogal een teleurstelling voor Canada. Dat was leuk voor mij want Nederland deed het een stuk beter. De eerste dag won Canada wel gelijk een gouden medaille voor de triatlon, een jongen uit Victoria. Maar verder was het niet veel soeps. Een verdwaalde worstelaar en trampolinespringer en dan heb je het wel gehad.
Ik had altijd het idee dat de olympische spelen op de Amerikaanse TV een geweldig spektakel moest wezen. Kijk maar hoeveel geld er voor de rechten wordt betaald. Nou, dat valt dus vies tegen. Ongelofelijk vies tegen.
Het tijdverschil met Sidney was 18 uur. Als het hier 12 uur snacht’s was, was het daar 6 uur avonds. Op de Canadese TV begon alles dus om 4 uur s’middags (10 uur s’ochtends in Sidney) en dat ging door tot een uur of 4 snacht’s. Een beetje op de Nederlandse toer. Als er een Canadees ergens aan het prutsen was zag je dat en anders de “grote” evenementen met samenvattingen van al het andere eromheen.
Het Amerikaanse TV station NBC begon on 7 uur s’avonds (prime time TV) tot een uur of een s’nachts. En bijna NIETS live. Je zag samenvattingen van de vorige dag. Wel prachtig gemonteerd en compleet met alle computer gestuurde camera’s en andere trucs maar niet live dus. Wat een afgang. Iedereen in de VS die dichtbij Canada woont zat dus naar de Canadese TV te kijken. En je zag ook alleen maar Amerikanen. Bij het zwemmen, toen Amerika door Australie werd geklopt in de estafette, zag je niet wie brons won (Nederland). Het was echt verschrikkelijk. Het Amerikaanse volk was het er ook niet echt mee eens, en alle andere TV stations speelde er handig op in door in elke nieuwsuitzending te roepen hoeveel mensen er wel niet naar de Canadese TV keken.
Vlak voor het einde van de Olympische spelen overleed oud prime minister “Pierre Trudeaut”. Ik kwam thuis en Sheri vertelde het. “Wie is dat?” vroeg ik, ik nooit van de goede man gehoord en ik wist niets van hem. Dat is nu dus wel anders want voor anderhalve week, dat was het enige wat je hier op TV zag.
Het was wel reuze interesant trouwens. Hij was iets van 16 jaar prime minister (minister president) van Canada in de jaren 70 en 80. In die jaren veranderde er nog al het een en ander in Canada. Quebec probeerde zich voor het eerst van Canada af te scheiden en was zelf een soort van afscheidingsleger. Er werden een paar mensen ontvoerd en vermoord. Het leger moest er aan te pas in Montreal komen om het een en ander weer in het gareel te krijgen.
Trudeat was een soort van beroemdheid. Hij was vrijgezel toen hij prime minister werd en hij ging met met beroemde dames uit. Hijzelf werd overal zo’n beetje op z’n “Beatles” onthaald. Hij nam zich ook geen blad voor de mond en gooide er nogwel eens een “fuck” uit. Iets wat hij later afwimpelde door te zeggen “maybe I said flimflamflum”. De volgende dag liep het hele land in T-Shirts met “Flimflamflum” erop gedrukt.
Tijdens een staking riep hij “je hoeft geen postbode te wezen, als het je niet bevalt ga je toch een ander baan zoeken”, tijdens een ander protest stak hij z’n middelvinger op en tijdens de rellen in Montreal antwoordde hij op een vraag “How far would you go with the army?” met “you watch me”. Canada kan nog wel een keer zo’n vent gebruiken.
[update: 2009] Ik krijg regelmatig bezoek via Google naar deze posting. We wonen in inmiddels 9 jaar in Vancouver. Het is nog steeds makkelijk om een huis te vinden. Craigslist is een goede plek om een huurhuis te vinden. Er zijn verschillende buurtjes met voor en nadelen. Het duurt even voordat je de namen door hebt want er zijn nogal wat west en east buurten die niets met elkaar te maken hebben.
Downtown/Yaletown/Coal Harbour: Het centrum. Veel nieuwe flats (condos) maar wel aan de dure kant. Een flat met een kamer kost al snel $350,000 – $400,000 of $1500 – $2000 huur. Hier wonen de yuppies, de sex-in-the-city figuren met hondjes die duurdere kleren aan hebben als ik. En ja, wij wonen hier ook.
West End: Technisch nog steeds downtown maar de buurt is ouder en ligt dicht bij Stanley Park. Leuke buurt en iets goedkoper als Yaletown.
Downtown East Side: Hier is het centrum voor daklozen en drugsgebruikers. Tenzij ze sterk in je schoenen staat (gevaarlijk is het niet echt) zou ik dit gebied vermijden.
Gastown: Het goede gedeelte van the Downtown East side. Een oude buurt met veel stenen bebouwen doet het meest aan Europa denken (met wat fantasie). Het is gezellig maar ook toeristisch.
North Vancouver: Ligt aan de andere kant van de Lions Gate Bridge tegen de bergen aan. Het is iets saaier maar voor families is het rustiger als in andere gebieden. En nog steeds dicht bij het centrum. Prijzen variëren maar kunnen vrij hoog zijn.
West Vancouver: List west naast North Vancouver. Dit is een goeie buurt en er staan kasten van huizen. Als je een paar miljoen te besteden hebt is dit een goede buurt voor je.
Fairview: Goeie buurt. Dicht bij het centrum en Granville Island. Huizen zijn duur maar redelijk vergeleken met alles ten westen.
Kitselano & Point Grey: Goede buurten in de ‘West Side’. Oudere huizen met karakter dicht bij het strand. Huizen zijn duur maar ook groot. Er worden dan nog wel eens gedeeltjes van een huis verhuurt door de eigenaar om een gedeelte van de hypoteek te kunnen betalen.
UBC: De universiteit. Moeilijk om woningen te vinden tegen een redelijke prijs. Veel studenten wonen daarom in Kitselano of Point Grey.
Dunbar, Arbutus Ridge, Kerrisdale: Groot en gevarieerd. Dit zijn echte woongebieden. Goede buurten met veel gezinnen. Rustig, maar ook wat saai. Met het openbaar vervoer naar het centrum kan moeilijk zijn. Voor een normaal vrijstaand huis betaal je al gauw meer dan een miljoen.
Shaughnessy: Dure buurt. Grote huizen. Als je geluk hebt kun je als student een kamer scoren. En als je miljoenen te besteden hebt is dit een goede buurt voor je.
Marpole, Oakridge, Sunset: Vrij gevarieert. Sommige gedeeltes doen aan Kerrisdale denken en er zijn andere leuke gedeeltes. Maar andere zijn minder gezellig. Zeker niet onveilig maar de beste buurten zijn het niet. Als je goedkoop wilt wonen en nog steeds redelijk dicht bij het centrum wilt zijn is dit een optie.
Mount Pleasant, South Cambie, Riley Park: Een mix van alternatief, nieuwe flats en oudere huizen. Jonge mensen, gezellige cafeetjes, artiesten, enz. Huizen variëren van vrij goedkoop (en oud) tot superduur.
East Vancouver: Alles ten oosten van Main street is ‘East Van’. Ik ben hier iets minder thuis. Het is groot en er zijn goede en slechte gedeeltes. De huizen zijn een stuk goedkoper als ten westen van Main street.
Commercial Street: Deze straat in East Van is te vergelijken met Mount Pleasant, Cambie en Main street.
Burnaby: Een grote forenzen stad ten oosten van Vancouver. Goed te bereiken met de Skytrain. Oude betaalbare huizen en gloednieuwe flats die beter te betalen zijn als in Vancouver.
New Westminster: Een andere woonstad ten zuiden van Burnaby. Te vergelijken met Burnaby, alleen iets verder met de Skytrain.
Surrey: Ten zuiden van New West, aan de andere kant van de rivier en eindpunt van de Sytrain. Hier woon je goedkoop maar Surrey staat niet bekend als gezellig. Ik kom er nooit dus kan er geen zinnig woord over zeggen.
Port Moody, Port Coquitlam, Maple Ridge: Leuke, maar ook wel saaie stadjes. Nu zit je meet dan een uur met de auto van Vancouver. Maar er rijd een trein naar het centrum van Vancouver. De west coast express in de ochtend en in de avond. Perfect voor gezinnen.
Richmond: Een woonstad bij het vliegveld. Half uurtje naar het centrum van Vancouver en een redelijke verbinding met de bus en nu ook de nieuwe skytrain. Dominante Asiatische cultuur zorgt voor goede restaurants.
[Orgineel van 2000]
De hele verhuizing naar Vancouver is nogal een onderneming. Het is moeilijk om een huis te zoeken daar waar je niet woont. Het valt ook nog eens niet mee om een huis in een goede buurt te vinden omdat iedereen daar wil wonen.
Een huurhuis zoeken is hier trouwens een fluitje van een cent vergeleken met Nederland. Alles is geprivatiseerd en er zijn huizen zat. In Victoria staat elke dag een hele pagina vol met huizen te huur. Als je een rondje rijdt in een buurt waar je wilt wonen staan er altijd wel hier en daar een bord in de tuin dat er een kamer of een suite te huur is.
In Vancouver is er ook wel genoeg te vinden maar omdat de stad nogal groot is (meer dan een miljoen inwoners) en ik midden in het centrum werk, wilden we dus graag een beetje dichtbij m’n werk wonen. De mooiste buurt van Vancouver is Kitselano. Het is ook een van de oudste buurten dus je proeft er nog een beetje sfeer. Veel huizen met een Victoriaanse architectuur zoals je ze ook veel in San Francisco vind. Daar wilden we dus graag wonen.
De afgelopen drie weken heb ik dus elke dag braaf de krant gekocht en elk huis afgebeld wat er in Kitselano te huur stond. Dat het een populaire buurt is bleek wel want elke keer als ik belde was het al verhuurd, of ze wilden geen katten. Na drie weken en 300 telefoontjes had ik er dus goed de pest in.
Vorige week vrijdag besloot ik om een nacht extra te blijven en de hele zaterdag te zoeken. Ik had m’n auto in Vancouver dus ik had ook al rondgereden op zoek naar een andere wijk wat misschien niet zo goed als “Kits” is, maar goed genoeg. Sheri kwam ook over dus op zaterdagochtend 8 uur zijn we gelijk gaan bellen. Ik had al een afspraak geregeld met iemand om naar een huis te gaan kijken in Coquitlam (zeg: Ko-kwit-lum).
De eerst 5 telefoontjes werd niet opgenomen of waren in gesprek. Het begon dus alweer goed. Er waren gelukkig een paar zo slim geweest om in de krant te zetten wanneer je langs kon komen om te kijken dus we hadden wel een paar mogelijkheden. Maar omdat ik al een afspraak in Coquitlam had, kwam dat voor een kandidaat niet goed uit en dat was precies degene die ons wel aansprak. Ik dus bellen en er werd nog opgenomen ook. Gelukkig was het een ouwehoer van een vent. Ik had dus al snel een gesprek over van alles en nog wat. We mochten dus 2 uur eerder komen.
In “Kits” aangekomen bleek al snel dat er weinig borden in de tuinen stonden. Dat wist ik al lang maar Sheri had het idee dat je overal zo makkelijk een huis vind als in Victoria. De stress schoot er dus al snel in. Toen we eindelijk een bord in de tuin zagen staan en aanbelden werd ons door de intercom gemeld dat we over een paar uur terug moesten komen. Het eerste “open huis” was een kelder van 8 bij 4 en 1.50 meter hoog. En dat voor maar 600 dollar (1050 gulden). We begonnen aan het idee te wennen dat we niet in “Kits” gingen wonen.
Het huis waar ik voor gebeld was, was bijna te mooi om waar te zijn. Een oud huis, gebouwd in 1910. Hij had het in drieën opgesplitst en het gedeelte te huur was met 2 slaapkamers. Het had een grote woonkamer en een keuken op de begane grond en twee slaapkamers in de kelder. Maar omdat de begane grond een meter verhoogt is hadden de slaapkamers ook ramen. We zeiden gelijk JA WE NEMEN HET. Maar dat feest ging niet door, we moeten eerst 2 formulieren invullen, compleet met referenties.
Daarna zijn we dus naar Coquitlam gereden, ongeveer een uur van het centrum. Maar met de trein doe je er een klein half uurtje over dus dat is te overzien. Dit huis was ook mooi maar een stuk nieuwer. Ook de wijk was gloedjenieuw met een groot winkelcentrum in het centrum (een “mall”). Daar houden we niet zo van maar we zeiden dat we geïnteresseerd waren en dus ook weer formulieren invullen.
Om 9 uur s’avonds waren we weer thuis. Meneer ouwehoer stond op het antwoordapparaat en zei dat de het huis kregen zodra hij onze referenties had gebeld. Dat was dus goed nieuws. Een dag later was alles in kannen en kruiken. Morgen (donderdag) ga ik naar Vancouver om het huurcontract te tekenen en we zijn klaar. Op 1 oktober verhuizen we naar vancouver.
Zoals ik ook in Nederlandse kranten lees, zijn de bosbranden die hier in het westen heersen een “hot” topic. Het is overigens wel normaal dat dit gebeurt en we maken ons er dan ook niet al te druk over. Elke zomer is het hier raak. De meeste branden ontstaan door blikseminslagen. Een klein gedeelte wordt door mensen veroorzaakt. Maar omdat we er tegenwoordig bovenop zitten met blussen, branden er per jaar minder hectare af dan vroeger. De reden dat we proberen alles tot een minimum te beperken is overigens de bosbouw. Elke boom die verbrandt, kun je niet meer kappen.
We hebben hier dus een grote bosbrandweermacht. Ik ken ook twee jongens die voor de bosbrandweer werken. Ze werken van mei tot september. Als het een goed jaar is met veel branden kunnen ze al snel tussen de hfl 50.000 en hfl 70.000 verdienen per zomer. Niet verkeerd dus. Ze zitten allebei op school en blijven studeren zolang ze bij de brandweer werken.
Nu zul je denken “dan zal dit jaar wel een goed jaar voor ze zijn”. Voor de een wel, die is geloof ik de hele zomer al aan het blussen, maar Pierre niet. Pierre heeft tot en met vorig weekend op z’n kazerne zitten wachten. Zijn groep werd achter de hand gehouden voor noodgevallen. En zelfs toen de VS smeekte om ze naar een van hun branden te sturen, bleven ze waar ze zaten. Vervelend voor hem dus, het scheelt nogal wat poen. Het maakt het extra vervelend omdat hij een baby van een maand oud thuis heeft. Het plan was om een zomer een hoop te verdienen zodat hij naar school kon in het najaar. Dat gaat nu dus niet door.
En z’n vrouw Julia zit dus alleen thuis met het kind. Ze woont vlakbij dus Sheri en ik helpen veel. We koken en doen boodschappen. Ella is een schatje maar ze is ook supereigenwijs. Ze wil bijvoorbeeld niet in de wieg. Julia loopt dus 24 uur per dag met Ella op haar schouder.
Pie MinisterTot slot nog een klein incidentje in Canada, onze prime minister kreeg een taart in z’n gezicht…
Zoals ik vorige week al schreef zijn we naar de “Symphony Splash” geweest. 40.000 mensen op de oever van de haven hier in Victoria en in het midden van de haven dreef een groot platform met een compleet orkest erop. Het was gezellig, een langzame schone versie van een popconcert.
Dat eten een obsessie is hier viel mij weer eens op want wat men al niet meesleepte was ongelovelijk. Koelboxen en grote tassen vol handel. Ze smeren broodjes niet voor of zo, nee, brood en beleg word allemaal in kleine zakjes gestopt. Een zakje met kaas, met vlees, met augurk, met tomaat, met sla en ga zo maar door. Complete maaltijden. Sheri en ik hadden een zak chips en een deken en dat ging best.
Woensdag was ik in Vancouver en daar was “the symphony of fire” (we hebben een thema te pakken). Dat is vuurwerk op muziek. Het is een competitie waar 4 landen aan meedoen. Elke dag doet een land een uitvoering. In de baai voor Vancouver staan dan ongeveer een miljoen mensen en de baai ligt helemaal vol met boten. Woensdag was de finale waar alle landen een samenvatting van hun uitvoering deden. Iedereen had radio’s bij zich want de muziek werd door “Rock 101” uitgezonden. Het was een geweldig spektakel al vond ik dat de synchronisatie met de muziek wel mee viel.
Dit weekend zijn Sheri en ik naar “Saltspring Island” geweest. Dat is een klein eilandje vlakbij “Vancouver Island” waar wij op wonen. Het zal wel zo’n beetje net zo groot als Texel zijn. Het is een alternatief eilandje waar veel kunstenaars wonen. Overal wordt je uitgenodigd met bordjes langs de weg om een kijkje in ateliers te nemen. Op zaterdag is er een markt in het enige stadje “Ganges” (spreek uit Khendjees). Dan staan alle hippies met hun handel uitgestald.
Ook Sheri’s vriend “John McManhon” staat er. Hij is 79 en is een oude verteraan uit de tweede wereldoorlog. Hij was een piloot in de RAF en werd in 1943 boven Nederland neergeschoten en opgepakt door de SS. Hij heeft ruim 2 jaar in een kamp gezeten in Polen en toen de Russen naderde moest het hele kamp met de Duitsers meevluchten door de sneeuw. Z’n belevenissen kun je dus lezen in z’n book “Once in a lifetime”.
Geen van z’n bemanning heeft het trouwens overleeft en ze liggen allemaal begraven in een oorlogbegraafplaats in Nijmegen. Toen Sheri en ik in Nederland waren hebben we bloemen op hun graven gelegt en hebben we foto’s genomen voor hem. Hij was er hartstikke blij mee en nam ons mee uit eten. Na een paar neuten bij hem thuis zijn we met naar een camping gereden en hebben daar overnacht. We mochten geen kampvuur maken vanwege het gevaar voor bosbranden, maar over bosbranden volgende week meer…
We hebben hier in Victoria een pub in het centrum op het dak van een hotel. Het heet “the sticky wicked” en het heeft beachvolleybalvelden, barbecue (BBQ). Het is een paar straten van m’n werk (a few blocks) en we gaan nog wel eens na het werk een biertje drinken met een paar collega’s. Gezellig, gezellig, gezellig.
sticky wicket
Het is er stervensdruk. Nou ja, voor Canadese begrippen dan. Want er mogen niet meer mensen in een bar dan als er stoelen zijn. Jawel, geen gezellige druktes in een stampvolle kroeg waar je je door drie rijen dik naar de bar moet proberen te duwen maar een tafeltje waar je geserveerd word. Dat vind ik wel jammer want het gaat een beetje ten koste van de sfeer. Wat ook nogal irritant is dat je wanneer een serveerder/ster zijn/haar dienst erop zit, je moet afrekenen. Zo gebeurd het wel eens dat je drie keer op een avond afrekent. Rondjes geven ik er ook niet bij, iedereen betaald voor zichzelf. Ik vind het wel knap hoe ze bijhouden wie wat heeft gedronken.
M’n bierconsumptie is dus een beetje uit de hand aan het lopen. Ik probeer het een beetje in de hand te houden maar het lukt niet erg. Toen ik naar Canada kwam vond ik het bier hier niet te drinken maar het begint steeds beter te smaken. Er zijn een paar merken die wel goed smaken. De plaatselijke brouwerij “Lighthouse” maakt een best bietje wat “Racerocks” heet. Ik vind het ook niet raar meer dat je bier besteld in een grote kan (pitcher) waar je uit schenkt. En dat je probeert om het zo te schenken dat je geen schuim hebt, begin ik ook al normaal te vinden.
Vanavond is er hier een groot jaarlijks spektakel. Het heet “symphony splash”. In de haven van Victoria drijft dan een groot podium en op dat podium geeft het symphonie orkest een uitvoering. Het is zo populair dat je uren van te voren een plaatsje moet zoeken. De veerpont naar het eiland heeft een wachttijd van een uur of 3. Terug wordt dat nog veel erger. Ik ben er nog nooit geweest maar nu we praktisch om de hoek wonen gaan we er natuurlijk even kijken. Ik ban een paar keer naar een uitvoering wezen kijken en ik vond het onwijs leuk. Ik zal wel oud worden want ik begin klassiek muziek geinig te vinden.
symphony splash
Ik heb van de week ook m’n sollicitatiegesprek gehad en ik ben aangenomen voor m’n nieuwe baan. Ik ben nu dus “web technician”. M’n eerste taak was om uit te zoeken wat er fout was met onze website want hij was supertraag of helemaal niet bereikbaar. Waar de “deskundigen” van binnen en buiten de organisatie al 6 maanden mee bezig waren had ik in 2 dagen opgelost dus dat was wel een goede start. De website (hellobc.com) is nu een stuk sneller en altijd bereikbaar.
Ik moet dus ook naar Vancouver verhuizen. Dat wordt nog een heel gedoe met Sheri haar school. Maar in het uiterste geval ga ik alleen en komt Sheri in het weekend naar Vancouver tot het einde van haar eerste semester (december). Ze heeft waarschijnlijk maar 3 dagen les per week dus het valt allemaal wel mee. Ik heb er in ieder geval wel zin in.
Welkom op het gloedjenieuwe WilliamsWeekly.com. Vanaf nu kun je mijn wekelijke berichten op het internet bekijken.
De campagnes voor de Amerikaanse presidentverkiezingen zijn van start gegaan vandaag met de “Republican Confention”. Vroeger betekende dat dat Republikeinen vanuit heel America met elkaar in discussie gingen over het te voeren beleid en werd de kandidaat officieel gekozen. Dat leverde nog wel eens politiek vuurwerk op. Maar tegenwoordig stelt het allemaal niet zoveel meer voor. Het is meer een goed georganiseerde PR campagne.
David Letterman (een komiek met een “late night talk show”), wat ik bijna elke avond kijk voor ik naar bed ga heeft een onderdeel dat heet “Campagne 2000”. Hij heeft al een keer Hilary Clinton (die voor Senator van New-York verkiesbaar is) zo gek gekregen om langs te komen en heeft ook George W. Bush al een keer per satelliet geïnterviewd. Nu heeft hij het plan om een debat te organiseren op z’n show. Al Gore heeft al ja gezegt. Ik denk dat het die gek nog gaat lukken ook.
Het komende weekend hebben we weer een feestdag. Op maandag is het “BC-Day”. Het stelt niets voor maar we hebben wel een dag vrij. Elke maand in de zomer is er wel een feestdag op maandag dus dat betekend een lang weekend. Persoonlijk hou ik er wel van.
Op het persoonlijke vlak gaat alles z’n gangetje. Morgenochtend (dinsdag) om kwart over acht heb ik m’n sollicitatiegesprek voor de “web technician” baan. Ik zal dus snel te horen krijgen of ik naar Vancouver moet verhuizen of niet. Ik heb er wel goede hoop op al ben ik wel een beetje zenuwachtig. Ik heb het gevoel dat de baan al voor mij is maar dat betekend dat ik alles te verliezen heb en niets te winnen. Nou ja, ik zie het wel.